Onderwijs gaat niet enkel over output

8 juni, in de Volkskrant een heel interessante opinie over de vraag of we ons onderwijs wel zo goed hebben ingericht. Er is zoveel meer mogelijk in kleinere klassen. Wellicht een open deur?

Heel goed bedoeld natuurlijk, deze column van de juf die duidelijk het hart op de goede plek heeft zitten. Ik vraag me echter wel af wat ze precies bedoelt? Wil ze nu kinderen de helft van de tijd thuis laten werken? Of wil ze 5 dagen van de week aan de slag met een kleinere groep leerlingen?

De belangrijkste kanttekening is toch wel het programma dat gedraaid wordt. Geloof het of niet scholen hebben een plan! Dat heet het curriculum en bestaat tegenwoordig vaak uit zonnen, sterren en manen of een variant voor verschillende leertempo’s. Het is ontzettend heerlijk lesgeven als het curriculum voor 25 tot 30 leerlingen per klas ineens wordt geplakt op de halve klas. Maar op het moment dat dit wordt ingevoerd dan zie ik de grote donderwolken al hangen. De eerste stap is het opvoeren van het tempo, dat kan namelijk prima, leerlingen krijgen meer persoonlijke aandacht en de leercurve verandert daarmee onherroepelijk. Dat leidt vervolgens tot het differentiëren onder de leerlingen. De leerlingen met dyslexie en ADHD of wat voor factor die bepalend is voor een leertempo bij elkaar, dan de variant gemiddelde leerling en tenslotte de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong bij
elkaar.

Beide ontwikkelingen zijn buitengewoon onwenselijk. Een klas met 30 leerlingen heeft ook echt voordelen. Je kan opgaan in een groter geheel.
De verschillen tussen leerlingen verdwijnen in de massa. Dat is heerlijk voor kinderen. Niet opvallen, meedraaien zonder alle aandacht op je gericht te weten, je ontwikkelen zonder onder een vergrootglas te liggen. Natuurlijk hoort daar ook groepsdynamiek bij, leren omgaan met verschillen, vriendschappen sluiten en het wij-gevoel dat zo fijn is aan de
basisschooltijd. Moeten leerlingen dat allemaal gaan inleveren voor een prettigere werkomgeving voor juf en een hogere output?

Passend Onderwijs leunt sterk op het recht van kinderen om mee te mogen doen in het grotere geheel. De vraag wordt dan wat het doel is van de basisschool. De denkfout die in onderwijsland veelvuldig wordt gemaakt, is dit ingezonden stuk ook binnengeslopen. Onderwijs gaat niet over output, onderwijs gaat over ontwikkeling! Ieder kind zijn eigen tempo en onderwijsprofessionals die dit ondersteunen, dat zou het doel moeten zijn. Vinkjes
zetten, toetsen afnemen, leerlingen tegen de gemiddelden aanhouden, dat zijn de zaken die
moeten veranderen.

Kies voor het versterken van het onderwijspersoneel op het gebied van pedagogiek en
coaching. Zorg voor onderwijsprofessionals die de kennis en kunde hebben om alle facetten
van ontwikkelen te kunnen begeleiden. Dan is groepsgrootte geen issue meer.

Hieronder kunt u het stuk lezen uit de Volkskrant

Het valt op. Het aantal juffen en meesters dat meer voordelen dan nadelen zien in de gedwongen halve klassen.