De derde klas van de middelbare school op HAVO en VWO is voor veel leerlingen een enorme uitdaging. Daar waar de tweede en brugklas eigenlijk vanzelf leken te gaan, is er in de derde soms ineens sprake van een enorme toename van het aantal onvoldoendes, heeft de leerling moeite met het bijhouden van alle stof en lijkt de succesvolle voortgang in gevaar te zijn.
Ook wij zien ieder jaar weer leerlingen binnenkomen die buitengewoon verbaasd zijn dat het “ineens” niet meer zo goed lijkt te lukken. Gelukkig weten wij wat de achtergrond is van de problemen en krijgen we deze leerlingen 9 van de 10 keer gewoon weer op de rit waardoor ze hun onderwijs op hetzelfde niveau voortzetten in de bovenbouw.
Om ons heen zien we echter ook leerlingen die afstromen naar een lager niveau omdat de derde klas een onoverkomelijk obstakel bleek te zijn. Dat kan natuurlijk ook echt zo zijn. Het is echter zonde om halverwege het derde jaar al de handdoek in de ring te gooien terwijl de achtergrond van de problemen onderbelicht blijft. Inzicht in de opbouw van de derde klas zorgt in ieder geval voor ruimte om niet zomaar op te geven. Daarom willen we u graag een blik geven op de specifieke uitdagingen van de derde klas:
- Er zijn 11 vakken die meetellen voor de overgang en dat is het grootste aantal vakken van alle leerjaren op alle niveaus.
- Startkwalificatie MBO 4. Bij een overgangsrapport naar H4 en V4 is er sprake van het behalen van deze kwalificatie die net als een TL diploma toegang geeft tot alle MBO opleidingen op het hoogste niveau.
Het is van belang om te realiseren dat leerlingen uit de derde klas van de HAVO en het VWO veel vakken op een acceptabel niveau moeten afronden om toegang te krijgen tot de bovenbouw. Uit het gegeven dat 11 vakken meetellen voor de overgang, vloeit vanzelfsprekend voort dat leerlingen langer op school zitten en vervolgens ook meer huiswerk hebben.
Eventuele aanpassingen aan de inrichting van het rooster zoals dit jaar zijn doorgevoerd op OLZ en Revius grijpen daar vervolgens verder op in. In het geval van het OLZ geven de dubbele uren een verlichting van de werkdruk omdat daar minder vakken in een roosterdag passen dan voorheen. Op het Revius is het tegenovergestelde te zien omdat leerlingen 2 roosteruren per dag erbij hebben gekregen zitten leerlingen langer op school en hebben vervolgens voor meer vakken huiswerk.
Tegelijkertijd houden docenten er rekening mee dat leerlingen mogelijk uitstromen naar het MBO. In de derde klas worden leerlingen dus met enige regelmaat langs de lat van TL4 gehouden. Het is goed mogelijk dat in het maakwerk TL4 eindexamenvragen voorbij komen die vervolgens ook in de toetsen verschijnen. Het meest in het oog springend zijn echter de CITO onderdelen die door de verschillende talensecties daadwerkelijk worden ingezet als toets.
Leerlingen in H3 en V3 kunnen dus worden geconfronteerd met een leestekst of luistertoets van TL4. Enerzijds natuurlijk handig om te weten, want dit valt te oefenen! Anderzijds gaat de vergelijking van leerlingen die in het eerste deel van de derde zitten met leerlingen die aan het einde van TL4 zitten niet echt op. Leerlingen maken juist in de 3e en 4e klas een enorme neurologische groei door. Leerlingen raken veel meer op de samenleving georiënteerd in deze jaren. De onderwerpen in de CITO examens gaan uit van deze groei en sluiten dus goed aan op een 4eklasser in mei, niet op een 3e klasser in oktober.
Al met al staan derdeklassers dus voor een enorme taak. De werkdruk gaat omhoog en de lat gaat daar achteraan. In dit geval wordt “als je doet wat je deed” niet gevolgd door “krijg je wat je kreeg” maar door een dikke onvoldoende. Gas geven is dus het devies! Het Studiehuys helpt daar graag bij!
